De ocelot, ook wel bekend als de pardelkat of dwergluipaard, is een wilde katachtige die voornamelijk te vinden is in Zuid- en Midden-Amerika, maar soms ook in het zuiden van de Verenigde Staten. Ze hebben een prachtige vacht met een patroon dat bestaat uit rozetten en strepen, vergelijkbaar met die van een jaguar, maar dan kleiner in grootte.
Ocelots zijn solitaire dieren en zijn voornamelijk 's nachts actief. Ze jagen 's nachts op een verscheidenheid aan kleine dieren zoals knaagdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Ze zijn zeer goede klimmers en zwemmers, wat hen helpt bij het jagen en het ontwijken van andere roofdieren.
Qua grootte kunnen ocelots variëren van 55 tot 100 cm lang, exclusief hun staart die tussen de 30 en 45 cm lang kan zijn. Ze wegen meestal tussen de 8 en 15 kg. Hun levensduur in het wild is ongeveer 10 tot 13 jaar, hoewel ze in gevangenschap tot 20 jaar oud kunnen worden.
Helaas hebben ocelots te maken met verschillende bedreigingen. In het verleden werden ze veelvuldig bejaagd om hun prachtige vacht. Hoewel de internationale handel in ocelotvachten nu verboden is, worden ze nog steeds bedreigd door verlies van leefgebied door ontbossing en uitbreiding van menselijke gebieden. Bovendien worden ze soms gedood door boeren die hun vee willen beschermen.
Inspanningen voor het behoud van ocelots omvatten bescherming van hun natuurlijke leefomgeving, fokprogramma's in gevangenschap en wetgeving om de jacht en handel te beperken. Dankzij deze inspanningen blijft de wereldwijde populatie van ocelots stabiel en wordt de soort momenteel geclassificeerd als "Niet Bedreigd" op de Rode Lijst van Bedreigde Soorten van de Internationale Unie voor het Behoud van de Natuur (IUCN).