De coyote, ook bekend als prairiewolf of Canis latrans, is een wilde hondachtige die voorkomt in Noord- en Midden-Amerika. De soort is familie van de wolf, maar is kleiner en slanker. Een volwassen coyote weegt meestal tussen de 9 en 23 kilogram en heeft een lengte van ongeveer 1 tot 1,35 meter, inclusief de staart.
Coyotes hebben een dikke vacht die varieert in kleur van grijsbruin tot geelachtig grijs. Ze zijn beroemd om hun karakteristieke huilgeluid dat vaak wordt geassocieerd met het Amerikaanse westen.
De coyote is een omnivoor en eet dus zowel plantaardig als dierlijk voedsel. Hun dieet bestaat uit knaagdieren, konijnen, fruit, insecten en soms ook grotere prooien zoals herten. Ondanks dat ze over het algemeen solitair zijn, kunnen ze soms samenwerken om grotere prooien te vangen.
Coyotes hebben zicht aangepast aan diverse habitats: ze komen voor in woestijnen, graslanden, berggebieden en ook stedelijke gebieden waar ze zich voeden met afval en huisdieren. Ze zijn uitermate veerkrachtig en hebben het vermogen om te overleven in verschillende omstandigheden.
Op gebied van voortplanting zijn coyotes monogaam: paren blijven vaak jarenlang samen. Het vrouwtje draagt de jongen ongeveer 60 dagen voordat ze worden geboren in een hol of in een afgeschermd gebied.
Ondanks hun reputatie als lastpakken voor boeren door het opjagen van vee, spelen coyotes een cruciale rol in het ecosysteem door het beheersen van knaagdierpopulaties.