De vos, ook bekend als de rode vos, is een van de meest bekende wilde dieren in het noordelijk halfrond. De wetenschappelijke naam is Vulpes vulpes. Deze soort komt voor in een grote variëteit aan habitats, waaronder bossen, graslanden, bergen en woestijnen. Ze zijn ook te vinden in stedelijke gebieden.
Vossen zijn klein tot middelgroot, met een schouderhoogte tussen 35 en 50 centimeter en een gewicht variërend van 2 tot 14 kilogram. De pels is meestal roodbruin, maar kan variëren van lichtgeel tot donkerbruin. Een typisch kenmerk is de pluimstaart die vaak wit of lichter gekleurd is aan het uiteinde.
Wat betreft het dieet zijn vossen omnivoren met een gevarieerd menu. Dit omvat knaagdieren, konijnen, vogels en andere kleine dieren. Ze eten ook fruit, groenten, vis, kikkers en zelfs wormen. Ondanks hun reputatie als kippenrovers vormt pluimvee slechts een klein deel van hun dieet.
Vossen zijn solitaire jagers die voornamelijk 's nachts actief zijn. Ze maken gebruik van hun scherpe gehoor en zicht om hun prooi op te sporen en te doden.
De voortplanting bij vossen begint meestal in de winter. Na een draagtijd van ongeveer twee maanden worden de jongen (meestal vier tot zes) blind en hulpeloos geboren. De jongen worden zowel door de moeder als de vader verzorgd en verlaten het nest na ongeveer twee maanden.
Vossen staan bekend om hun intelligentie en aanpassingsvermogen, wat hen in staat stelt om te overleven in verschillende omgevingen. Ze communiceren met elkaar via een reeks van oproepen, bewegingen en geuren.
Rode vossen worden momenteel niet als bedreigde soort beschouwd. Ze kunnen lokaal wel bedreigd worden door jacht, verlies van habitat en ziektes zoals hondsdolheid.