Uilen zijn fascinerende wezens en behoren tot de orde van de Strigiformes die meer dan 200 soorten bevat. Ze zijn overal ter wereld te vinden, behalve op Antarctica. De grootte van uilen varieert sterk, afhankelijk van de soort. Zo is de dwerguil slechts 16 cm groot, terwijl de Europese Oehoe een spanwijdte kan hebben tot 170 cm.
Uilen hebben een aantal unieke eigenschappen die hen tot meesterlijke nachtelijke jagers maken. Hun grote, naar voren gerichte ogen geven hen een binoculair zicht, wat betekent dat ze diepte beter kunnen waarnemen dan veel andere vogels. Hun ogen hebben ook meer staafjes (de cellen in het netvlies die licht detecteren) dan kegeltjes (de cellen die kleur detecteren), waardoor ze in omstandigheden met weinig licht kunnen zien.
Daarnaast hebben uilen ook een zeer scherp gehoor, versterkt door hun schijfvormige gezichten die geluid naar hun oren kanaliseren. Sommige soorten, zoals de kerkuil, kunnen prooien oppikken door alleen naar hun geluid te luisteren!
Uilen zijn over het algemeen solitaire dieren, hoewel sommige soorten in paren leven. Veel uilen zijn nachtdieren, wat betekent dat ze actief zijn tijdens de nacht en overdag slapen. Uilen zijn ook bekend om hun ongelooflijke vliegvermogen. Met hun grote vleugels kunnen ze geruisloos vliegen, waardoor ze hun prooi gemakkelijk kunnen besluipen.
Tot slot, uilen zijn carnivoren en voeden zich voornamelijk met kleine zoogdieren zoals muizen en ratten, maar ook met andere vogels en insecten. Afhankelijk van de grootte en soort van de uil, kunnen ze ook grotere prooien aan, zoals konijnen en eenden. Hun sterke snavel en klauwen maken het gemakkelijk om hun prooi te doden en op te eten.