Apen zijn er in vele soorten en maten en zijn lid van de primaatfamilie, net als mensen. Ze worden aangetroffen in gebieden zoals Zuid-Amerika, Afrika en Azië. Afhankelijk van de soort kunnen apen variëren in grootte, met sommige kleinere soorten zoals maki's die slechts 15 tot 16 centimeter groot zijn, terwijl grotere soorten zoals de mandril gemiddeld ongeveer 70 tot 90 centimeter kunnen worden.
Apen leven vaak in sociale groepen en veel soorten zijn boomgebonden, wat betekent dat ze het grootste deel van hun leven doorbrengen in bomen, hoewel sommigen de voorkeur geven aan de aardse levensstijl. Ze hebben een zeer gevarieerd dieet dat fruit, bladeren, insecten en soms zelfs vlees kan omvatten. Ze zijn vaak het onderwerp van onderzoek vanwege hun nauwe genetische relatie met de mens en hun complexe sociale structuur.
Naast hun fysieke kenmerken staan apen er ook om bekend dat ze zeer intelligent zijn. Ze kunnen gereedschappen gebruiken, problemen oplossen en communiceren op complexe manieren, waaronder vocale roepen, visuele gebaren en tactiele signalen. Dit betekent dat ze informatie effectief kunnen overbrengen en belangrijke sociale banden met hun soortgenoten kunnen opbouwen.