De Sabelmarter, bekend als 'Martes zibellina' in de wetenschap, is een klein roofdier dat voorkomt in de bossen van Rusland, Siberië en Noordoost-China. Ze zijn het meest bekend om hun luxueuze, dikke vacht die veel werd gebruikt in de bontindustrie.
De grootte van de Sabelmarter varieert, maar hij is doorgaans tussen de 35 tot 56 cm lang, met een gewicht tussen de 0.9 en 1.8 kg. Ze hebben over het algemeen een donkerbruine tot zwarte vacht, met lichtere vlekken op hun borst en keel.
Als omnivoren hebben Sabelmarters een gevarieerd dieet. Ze eten voornamelijk kleine zoogdieren zoals konijnen en eekhoorns, maar ze zijn ook bekend om hun eetlust voor vogels, vis, fruit en insecten. Ze hebben scherpe klauwen en een lenig lichaam dat hen in staat stelt om gemakkelijk door de bomen en op rotsachtige terreinen te navigeren.
Qua gedrag zijn Sabelmarters voornamelijk nachtdieren en leiden ze een solitair leven. Ze zijn echter tijdens de paartijd wat socialer. Het voortplantingsproces van de Sabelmarter staat bekend als verlengde draagtijd of uitgestelde innesteling; het bevruchte ei ontwikkelt zich niet direct na de bevruchting, maar pas na een bepaalde periode. Dit maakt het mogelijk voor het vrouwtje om de dracht uit te stellen tot de omstandigheden optimaal zijn.
Het grootste gevaar voor de Sabelmarter is de mens. Het verlies van leefgebied door ontbossing en grootschalige jacht voor hun bont zijn de voornaamste redenen voor hun afgenomen populaties.