Oribi

Te vinden in: Afrika

Ourebia ourebi

De Oribi is een fascinerende soort antilope die voornamelijk te vinden is in de graslanden van Afrika. Ze zijn bijzonder klein volgens de normen van antilopen, met een schouderhoogte van tussen de 50 en 66 centimeter en een gewicht dat varieert van 12 tot 22 kilogram.

Oribi's hebben een bruine vacht met een witte onderzijde, en de mannetjes hebben scherpe, rechte hoorns die tot 20 centimeter lang kunnen worden. Ze leven meestal in paren of kleine familiegroepen, hoewel ze ook alleen kunnen worden aangetroffen. Ze hebben de neiging om overdag behoorlijk actief te zijn.

Oribi's hebben een indrukwekkend vermogen om snel te rennen en hoge sprongen te maken, wat hun belangrijkste verdedigingsmechanisme is tegen roofdieren. Ze voeden zich met gras, maar eten ook bladeren, scheuten en knoppen. Ze kunnen ruim een jaar leven zonder water, waarbij vocht uit hun dieet wordt gehaald.

Een fascinerend feit over de oribi is dat het vrouwtje, wanneer ze klaar is om te bevallen, een grasbed maakt door het gras plat te stampen met haar voorpoten. Het is een bewonderenswaardig dier dat heel interessant is om te bestuderen en te observeren.

Oribi taxonomische indeling

Rijk
Animalia (Dieren)
Stam
Chordata (Chordadieren)
Klasse
Mammalia (Zoogdieren)
Orde
Artiodactyla (Evenhoevigen)
Familie
Bovidae (Holhoornigen)
Geslacht
Ourebia
Wetenschappelijke naam
Ourebia ourebi

Oribi weetjes: 12 leuke feitjes

  1. De Oribi is een klein soort antilope dat voornamelijk in Afrika voorkomt.
  2. De hoogte van de schouder varieert tussen de 50 en 66 centimeter, wat ze kleiner maakt dan de gemiddelde antilope.
  3. Oribi’s wegen tussen de 12 en 22 kilogram, met mannetjes die gewoonlijk zwaarder zijn dan vrouwtjes.
  4. Mannelijke Oribi’s hebben scherpe, rechte hoorns die 8 tot 18 centimeter lang kunnen worden.
  5. Deze dieren zijn voornamelijk overdag actief, maar veranderen hun gedrag afhankelijk van het seizoen en de temperatuur.
  6. Oribi's hebben uitstekende springvermogen en kunnen tot 2 meter hoog en 6 meter ver springen.
  7. Deze dieren hebben een heel gevarieerd dieet; ze eten grassen, bladeren, scheuten, bloemen en knoppen.
  8. Oribi's leven in kleine groepen die bestaan uit een volwassen mannetje, één of meer vrouwtjes en hun jongen.
  9. De draagtijd van een Oribi is zeven maanden, waarna meestal één jong wordt geboren.
  10. Oribi's hebben een gemiddelde levensduur van ongeveer 10 tot 14 jaar in het wild.
  11. Ze hebben verschillende manieren om te communiceren, inclusief geluiden, houdingen en geuren.
  12. Ondanks hun kleine formaat, kunnen Oribi's heel snel rennen om te ontsnappen aan roofdieren. Ze kunnen snelheden bereiken van 50 km/u.

Wetenschappelijke naam

Oribi staat wetenschappelijk bekend als Ourebia ourebi. Deze naam werd voor het eerst gepubliceerd in 1816 door Étienne Geoffroy Saint-Hilaire, een vooraanstaande Franse natuuronderzoeker. Ourebia is afgeleid van het oude Griekse woord "ourebin" dat komt van "oura" wat staart betekent en "binos" wat stappen betekent. De soortnaam "ourebi" is volgens sommigen afgeleid van de Zuid-Afrikaanse Tswana-taal, waar "ourebi" een plaatselijke naam is voor deze soort antilope. Een alternatieve verklaring is dat "ourebi" komt uit een van de Bantu-talen, zoals Kikongo, en evolueerde naar de huidige vorm door Franse transcriptie. In beide gevallen weerspiegelt de naam de opvallende snelle zijwaartse sprongen die de oribi maakt met opgeheven staart wanneer hij wordt opgeschrikt.

Uiterlijke kenmerken

De Oribi, in het Nederlands ook wel Oribi genoemd, is een klein en sierlijk antilope met een slank lichaam. Volwassen dieren zijn doorgaans 50 tot 66 centimeter hoog bij de schouders en wegen tussen de 12 en 22 kilogram. Vrouwtjes zijn gemiddeld iets groter en zwaarder dan mannetjes.

De Oribi heeft een gladde, korte vacht. De bovenkant van het lichaam is geelbruin tot roodbruin, terwijl de onderkant van het lichaam, de kin en de wenkbrauwen een witte kleur hebben. Er is ook een prominente donkere vlek net onder de keel.

De kop is opvallend smal en lang en aan het einde van iedere kaak hangt een baard van lange haren. De oren zijn groot, rond en bladerig, met een donkerdere kleur dan de rest van de vacht. De ogen zijn groot en hebben een goudbruine kleur, de iris is omringd door een witte ring.

Mannelijke Oribi's hebben scherpe, rechte horens die gemiddeld 8 tot 18 centimeter lang zijn. De horens zijn ringvormig aan de basis en worden gladder richting de punt. De vrouwen Oribi hebben doorgaans geen horens, hoewel er in zeldzame gevallen kleine hoornstoppels kunnen voorkomen.

De ledematen van de Oribi zijn ook opmerkelijk vanwege hun lengte in verhouding tot hun lichaamsgrootte. Ze zijn slank en eindigen in kleine, scherpe hoeven. De lange, dunne poten van deze soort stellen hen in staat om over hoge grassen te springen en snel te lopen als ze bedreigd worden.

De conische staart van de Oribi is kort en wit aan de onderkant, terwijl de bovenkant dezelfde kleur heeft als de rest van de vacht. Wanneer ze in gevaar zijn, steken Oribi's hun staart op om een wit waarschuwingsvlak te tonen.

Gedrag & Relatie met mensen

Oribi's zijn over het algemeen solitaire dieren of leven in paren, hoewel groepen van maximaal vier dieren wel voorkomen. Dit gedrag wordt grotendeels bepaald door de beschikbaarheid van voedsel, wat voornamelijk bestaat uit gras. Ze zijn bekend om hun unieke gedrag van 'stoting' of 'pronking', waarbij ze hoge sprongen maken met een stijve houding om roofdieren te waarschuwen of te ontmoedigen. Ze zijn ook territoriale dieren en gebruiken scent-marking om hun gebied te markeren.

Wat betreft hun relatie met mensen, oribi's hebben over het algemeen weinig interactie met mensen, aangezien ze meestal in afgelegen graslanden leven. In gebieden waar leefruimte overlapt met menselijke activiteiten, kunnen er echter conflicten ontstaan vanwege landbouwpraktijken en conflicten met gedomesticeerd vee. Er zijn ook gevallen van jacht op oribi's voor hun vlees en huid, hoewel dit over het algemeen beperkt is vanwege hun relatief kleine grootte.

Niettegenstaande zijn oribi's, samen met vele andere wilde soorten, belangrijk voor ecotoerisme. Ze trekken bezoekers aan in parken en reservaten waar ze beschermd zijn. Oribi's worden zeer gewaardeerd door natuurliefhebbers vanwege hun sierlijke uiterlijk en unieke gedragingen. Het behoud van deze soort is dus van groot belang, zowel vanuit een ecologisch als een economisch perspectief.

Voeding: wat eet een Oribi?

De Oribi is een herbivoor en zijn dieet bestaat voornamelijk uit gras. Ze geven de voorkeur aan jong, vers gras met hoge voedingswaarde en laten vaak de oudere, taaie grassen staan. Gedurende droge periodes kunnen ze zich ook voeden met bladeren, scheuten en kruiden.

Ze bezitten een uniek aanpassingsvermogen dat hen in staat stelt om hoogwaardige voedingsstoffen uit grassen te halen die maar weinig voedingswaarde bieden. Dit stelt hen in staat om in seizoenen van extreme droogte te overleven, waar andere graasetende soorten mogelijk niet zouden overleven.

Oribi zijn ook bekend om hun 'concentraat selectie' voedingsgedrag, wat betekent dat ze de meest voedzame delen van een plant selecteren om te eten. Ze hebben een hoge waterbehoefte en moeten bijna dagelijks drinken, maar als water schaars is, kunnen ze voldoende vocht binnenkrijgen door dauw te likken van gras in de vroege ochtend.

Hoewel hun dieet voornamelijk plantaardig is, zijn Oribi bekend om het eten van termieten voor extra voeding. Dit is echter geen essentieel onderdeel van hun dieet en het komt slechts incidenteel voor. De voeding van de Oribi varieert ook enigszins naargelang de locatie en het seizoen.

Roofieren & andere Bedreigingen

De Oribi, of Ourebia ourebi, ondervindt voornamelijk bedreigingen van roofdieren en menselijke activiteiten. Natuurlijke roofdieren van de Oribi zijn luipaarden, hyena's en onder andere slangen. Als prooidier staan ze ook op het menu van grote roofvogels en worden ze soms het slachtoffer van andere grote katachtigen en wilde honden. De overlevingsstrategie van de Oribi tegen deze roofdieren is voornamelijk stealth en snelheid; ze verbergen zich vaak in het lange gras en schieten weg bij dreigend gevaar.

Daarnaast heeft de Oribi te lijden onder menselijke activiteiten. Habitatverlies door landbouw, veeteelt en ontbossing is een van de grootste bedreigingen voor dit dier. Daarbij komt dat de jacht op deze dieren, zowel voor commerciële doeleinden als voor bushmeat, hun populatie sterk beïnvloedt.

De toenemende concurrentie met gedomesticeerd vee voor voedsel en ruimte vormt ook een bedreiging voor de Oribi. Ziekten die overgedragen worden door gedomesticeerd vee, zoals runderpest, kunnen ook verwoestend zijn voor de Oribi populaties.

Hoewel de Oribi momenteel niet wordt beschouwd als een bedreigde soort volgens de IUCN, neemt hun aantal wel af. Behoudsinspanningen zijn noodzakelijk om te voorkomen dat de soort in de toekomst in gevaar komt.

Voortplanting, Levensduur en Levenscyclus

De Oribi is een soort antilope die voorkomt in Afrika, met name in Oost-Afrika. Ze hebben een vrij ingewikkelde voortplantingscyclus en levensduur.

In termen van voortplanting, Oribi's hebben een draagtijd van ongeveer 6-7 maanden. De vrouwtjes worden geslachtsrijp op ongeveer 1-2 jaar oud, terwijl mannen geslachtsrijp worden op ongeveer 2-3 jaar oud. Een vrouwtje kan slechts één kalf per keer baren, hoewel tweelingen soms kunnen voorkomen. De geboorte van de kalveren vindt meestal plaats in het regenseizoen, wanneer het voedselaanbod overvloediger is.

Wat betreft hun levensduur, Oribi's kunnen in het wild tot 10-12 jaar oud worden. Ze hebben een vrij korte levenscyclus in vergelijking met sommige andere antilopensoorten. Zodra een Oribi volwassen is, staat zijn leven voornamelijk in het teken van voortplanting en overleven.

In hun levenscyclus worden Oribi’s geboren in een verborgen, beschutte plaats waar ze veilig zijn voor roofdieren. Gedurende de eerste paar weken van hun leven blijven ze grotendeels verstopt, terwijl hun moeders verzorgen en voeden ze met hun melk. Na ongeveer 3-4 weken beginnen de jonge Oribi's hun moeders te volgen en beginnen gras te eten.

Na een jaar zijn ze seksueel volwassen en in staat om zich voort te planten. Zodra ze volwassen zijn, strijden mannelijke Oribi's om territoria en vrouwtjes om mee te paren, terwijl de vrouwtjes proberen te overleven en zich voort te planten. En zo gaat de cyclus door.

Leefgebied

Leefgebied Oribi
Auteur: IUCN Red List of Threatened Species, species assessors and the authors of the spatial data.
Licentie: cc-by-sa-3.0
Bron: Wikimedia Commons
Oribi zijn algemeen verspreid in de graslanden en savannes van Sub-Sahara Afrika. Ze komen voornamelijk voor in gebieden met kort gras, wat ideaal is voor hun graasgewoonten en voor het zicht dat ze nodig hebben om roofdieren op te merken. Ze komen voor in landen als Zuid-Afrika, Botswana, Namibië, Oeganda, Kenia, Niger, Nigeria, Somalië en vele andere.

Oribi houden voornamelijk van graslanden, maar hun habitat varieert van halfwoestijnen tot berggebieden tot bijna 3000 meter boven zeeniveau. Ze komen ook voor in vochtige gebieden zoals moerassen en in de buurt van rivieren. Een belangrijk kenmerk van hun habitat is de beschikbaarheid van schuilplekken bij gevaar, zoals hoge grassen of struiken.

Hoewel ze een ruime geografische verspreiding hebben, worden de populaties van Oribi vaak opgesplitst door menselijke activiteit zoals landbouw en veeteelt. Dit heeft geleid tot gefragmenteerde populaties en dit is een van de redenen voor hun huidige geclassificeerde status als zijnde 'licht bedreigd'.

Oribi zijn niet te vinden in dichte bossen of woestijnen. Ze geven de voorkeur aan plekken waar ze een goed overzicht hebben van hun omgeving om zo mogelijke roofdieren te spotten. Bovendien hebben ze toegang nodig tot vers water, hoewel ze zich kunnen aanpassen aan seizoensgebonden veranderingen in waterbeschikbaarheid.

Populatiecijfer & Beschermingsstatus

Volgens gegevens van de Internationale Unie voor Natuurbescherming (IUCN) is de Oribi-populatie over het algemeen niet nauwkeurig bekend, maar wordt geschat op meer dan 100.000 individuen. Er is echter enige bezorgdheid over de dalende trend in de populatie van deze soort. Zoals uit IUCN-rapporten blijkt, worden Oribi's in veel delen van hun verspreidingsgebied in toenemende mate bedreigd door grootschalige veehouderij en landbouw, met name de productie van maïs, katoen, bonen, aardappelen en tabak. Een ander probleem is de jacht op het vlees en de huid van dit dier.

De recentste IUCN beschermingsstatus van de Oribi classificeert de soort als 'Gevoelig'. Dit betekent dat ze snel kunnen evolueren naar een meer bedreigde categorie als er geen effectieve maatregelen worden getroffen om de bedreigingen waarmee ze worden geconfronteerd, aan te pakken. Het is van vitaal belang om bewustwording te creëren en actieve beschermingsmaatregelen te promoten om te voorkomen dat de soort verder in gevaar komt.

Communiceren: geluid van een Oribi

Oribi's hebben een unieke manier van communiceren die voornamelijk afhangt van visuele signalen en geluiden. Ze communiceren zowel vocaal als non-verbaal.

Wat vocale communicatie betreft, kunnen oribi's verschillende geluiden maken om verschillende boodschappen over te brengen. Een hoge, piepende toon wordt bijvoorbeeld vaak gebruikt om alarm te slaan bij het zien van een roofdier. Ze maken ook snuivende geluiden om verschillende emoties over te brengen, zoals angst of waarschuwing aan elkaar.

In termen van non-verbale communicatie, demonstreren oribi's ook een aantal unieke gedragingen. Het meest onderscheidende hiervan is mogelijk hun 'stotteren' of 'pronken', een combinatie van springen en stijve bewegingen die bedoeld zijn om roofdieren af te schrikken of om de alertheid en fitheid van de oribi te demonstreren. Ze kunnen hun oren en staart ook gebruiken om verschillende signalen te geven. Wanneer ze hun oren plat leggen, is dit bijvoorbeeld een teken van onderwerping of angst.

Bovendien gebruiken Oribi's geurmarkeringen om hun territorium te markeren en om signalen naar andere oribi's in de omgeving te sturen. Dit wordt gedaan door een speciale klier die zich net onder de ogen bevindt.

Samengevat vertonen Oribi's een breed spectrum aan zowel vocale als non-verbale communicatiemethoden - variërend van specifieke geluiden tot complexe bewegingen en geurmarkeringen - om op diverse manieren met elkaar en met hun omgeving te communiceren.

Oribi in gevangenschap

Oribi's passen zich goed aan aan gevangenschap en hun dieet bestaat hoofdzakelijk uit een mix van gras en hooi. Ze hebben voldoende ruimte nodig om te bewegen, met een minimumgrootte van 400 vierkante meter per dier. Het terrein moet ook plekken met schaduw en schuilplaatsen hebben zodat de dieren zich veilig voelen. Water moet altijd beschikbaar zijn, aangezien ze regelmatig drinken.

Het is van essentieel belang dat de Oribi's sociaal contact hebben. In het wild vormen ze paren of kleine families, dus in gevangenschap moeten ze ook met minstens één ander dier gehouden worden. Ze laten geen agressie zien tegenover andere dieren of mensen, wat ze relatief makkelijk te verzorgen maakt in gevangenschap.

Gedragsverrijking is ook belangrijk voor Oribi's. Dit kan in de vorm van speelgoed, maar ook door ze mentaal uit te dagen met voedselzoekspellen. Zo kan voorkomen worden dat ze zich vervelen en stereotiep gedrag gaan vertonen.

Oribi's hebben een goede gezondheidszorg nodig. Ze zijn gevoelig voor parasieten en ziekten die vaak voorkomen bij hoefdieren in gevangenschap, zoals longwormen en leverbot. Daarom moeten ze regelmatig worden ontwormd en gevaccineerd.

Het kweken van Oribi's in gevangenschap is redelijk succesvol. Ze paren het hele jaar door, maar in sommige regionen is er een piek in het broedseizoen. De dracht duurt ongeveer zeven maanden, waarna meestal één jong wordt geboren. Het jong wordt daarna zes maanden gezoogd voordat het onafhankelijk wordt.

Tenslotte zijn de Oribi's solitaire dieren en zijn ze over het algemeen inactief tijdens de warmste uren van de dag. In gevangenschap helpt het hen om een routine te behouden die hun natuurlijke gedrag nabootst.

Oribi Veelgestelde Vragen

Wat is een Oribi?

Een Oribi is een kleine antilope die voornamelijk voorkomt in de graslanden van Afrika.

Hoe ziet een Oribi eruit?

De Oribi is een slanke antilope met lange, dunne benen. Ze hebben een zandkleurige vacht, met een witte vacht op de buik en een zwarte staart. De mannetjes hebben scherpe horens die tot 20 cm lang kunnen zijn.

Hoe groot wordt een Oribi?

Oribi's bereiken een schouderhoogte van ongeveer 60 - 92 cm en ze hebben een lichaamsgewicht variërend tussen 12 - 22 kg.

Wat is het leefgebied van de Oribi?

De Oribi komt voornamelijk voor in de graslanden van Afrika, inclusief delen van West-Afrika, Oost-Afrika en Zuid-Afrika. Ze geven de voorkeur aan open graslanden en vermijden bebost gebied.

Wat eet een Oribi?

Oribi's zijn herbivoren en hun dieet bestaat voornamelijk uit gras, hoewel ze ook bladeren, knoppen en scheuten eten.

Hoe lang leeft een Oribi?

In het wild leeft een Oribi gemiddeld 10 tot 12 jaar, hoewel ze in gevangenschap wel 14 tot 17 jaar kunnen leven.

Hoe reproduceert de Oribi zich?

Oribi's zijn over het algemeen solitair of leven in paren. Het vrouwtje kan tot twee keer per jaar een jong werpen, na een draagtijd van ongeveer zeven maanden.

Zijn Oribi's bedreigd?

Ja, de Oribi-antilope wordt beschouwd als een bedreigde diersoort. De voornaamste bedreigingen zijn habitatverlies door landbouw en het jagen voor bushmeat.

Wat doen we om de Oribi te beschermen?

Er worden verschillende maatregelen genomen om de Oribi te beschermen, zoals het instellen van beschermde gebieden, het beperken van de jacht op deze diersoort en bewustwordingscampagnes om de lokale bevolking voor te lichten over het belang van het behoud van dit dier.