De olm is een uniek amfibie dat te vinden is in de onderwatergrotten van Zuidoost-Europa, voornamelijk in Slovenië en Kroatië. Deze dieren staan ook bekend als 'grot salamanders' of 'mensvissen', vanwege hun bleke huidskleur die doet denken aan die van de mens.
Olmen kunnen tot wel 40 centimeter lang worden, hoewel veel exemplaren kleiner zijn. Ze hebben een lang, slank lichaam met korte pootjes, waarvan de achterste twee vaak kleiner zijn dan de voorste. Hun huid is meestal licht gekleurd, variërend van roze tot witachtig met soms kleine zwarte stippen.
Olmen zijn uitermate aangepast aan het leven in volledige duisternis. Ondanks dat ze ogen hebben, zijn deze vaak bedekt door een laag huid omdat ze niet functioneel zijn in hun donkere omgeving. In plaats daarvan vertrouwen ze op andere zintuigen zoals tast, gehoor en elektroreceptie (het vermogen om elektrische velden waar te nemen) om te navigeren en prooien te vinden.
Een ander opmerkelijk kenmerk van olmen is hun levensduur. Hoewel het moeilijk te bepalen is hoe oud ze precies worden omdat ze zo zeldzaam en moeilijk te bestuderen zijn, wordt aangenomen dat sommige individuen mogelijk meer dan 100 jaar oud kunnen worden.
Qua voedsel eten olmen een verscheidenheid aan kleine ongewervelden zoals insectenlarven, watervlooien en wormen die de grotten binnenkomen via ondergrondse waterwegen.
De voortplanting bij olmen is ook interessant: vrouwtjes leggen eieren één voor één op rotsoppervlakken onder water, waarna het mannetje deze bevrucht. Het duurt ongeveer vier maanden voordat de eieren uitkomen en nog eens vijf jaar voor de jonge olmen volgroeid zijn.
Helaas wordt de olmpopulatie bedreigd door vervuiling en habitatverlies door menselijke activiteiten zoals bouwprojecten en grondwaterwinning. Ze worden nu beschermd door internationale wetten in een poging om hun aantal stabiel te houden.