De Afrikaanse klauwkikker (Xenopus laevis) is een uniek amfibie afkomstig uit Sub-Sahara Afrika. Deze kikker dankt zijn naam aan de drie kleine klauwtjes die zich aan het uiteinde van elke achterpoot bevinden en staat bekend om zijn vermogen om zich snel voort te planten en nieuwe gebieden te koloniseren.
In tegenstelling tot de meeste kikkers is de Afrikaanse klauwkikker volledig aquatisch. Ze hebben een gladde huid en ogen bovenop hun kop die hen in staat stellen om potentiële roofdieren en prooien waar te nemen terwijl ze ondergedompeld blijven in het water. Waar andere kikkers een uitschuifbare tong hebben om insecten te vangen, mist de Afrikaanse klauwkikker deze eigenschap. Ze gebruiken in plaats daarvan hun voorpoten om voedsel naar hun mond te bewegen.
De Afrikaanse klauwkikker kan een lengte van wel 12 centimeter bereiken, waarbij de vrouwtjes doorgaans groter worden dan de mannetjes. In het wild hebben ze een levensduur van ongeveer 15 jaar, maar in gevangenschap kunnen ze tot wel 30 jaar oud worden.
Wat voortplanting betreft, heeft de Afrikaanse klauwkikker een unieke methode. Mannetjes lokken vrouwtjes door onderwater geluiden te maken. Na de paring legt het vrouwtje tot wel 2000 eitjes, die vervolgens door het mannetje worden bevrucht terwijl ze aan waterplanten hangen.
Ondanks hun populariteit in de huisdierenhandel vormen ze een bedreiging voor inheemse soorten in gebieden waar ze geïntroduceerd zijn. Dit komt doordat ze een breed scala aan voedsel eten, waaronder andere amfibieën, kleine visjes en verschillende waterinsecten. Op dit moment worden ze door de IUCN als een bedreigde soort beschouwd.